Jongeren maken zich zorgen om het klimaat en hun toekomst op deze aarde, maar wordt hun stem wel gehoord in politiek Den Haag? Voor deze – en alle andere – jongeren komt Jonge Klimaatbeweging in actie. Met de stem van hun achterban schuiven ze aan bij het klimaatdebat zodat ook jongeren actief meepraten over hun toekomst! Warmetruiendag interviewde Sandra van der Meer, zij schreef mee aan de Jonge Klimaatagenda 3.0. Â
Het doel van Jonge Klimaatbeweging is een duurzame en rechtvaardige toekomst voor huidige en toekomstige generaties. Een wereld met behoud van de ‘anderhalve graad samenleving’: een aarde waarin de opwarming tot anderhalve graad wordt beperkt. Dit vraagstuk wordt steeds urgenter aangezien onze aarde inmiddels met 1,2 graden is opgewarmd.
In hoeverre rijkt jullie invloed in politiek Den Haag?
Inmiddels hebben politici door dat ze niet om Jonge Klimaatbeweging heen kunnen. Zes jaar geleden was ons doel om in Den Haag een voet tussen de deur te krijgen. Nu worden we sneller uitgenodigd aan de gesprekstafel. Het helpt dat we een groot aantal organisaties bij ons zijn aangesloten, zoals jong NS en diverse Green Offices van hogescholen en universiteiten. Door dit gewicht zijn we sterker en is het voor Den Haag lastiger om ons te ontwijken.
Op zo’n moment laten we ook echt onze stem horen. We willen youth washing voorkomen: politici die vragen om input van jongeren om te kunnen zeggen dat ze jongeren hebben meegenomen in het debat.
‘We willen youth washing voorkomen: politici die vragen om input van jongeren om te kunnen zeggen dat ze jongeren hebben meegenomen in het debat.’
Hoe stel je je als organisatie op om youth washing te voorkomen?
Door constructief kritisch te zijn. Niet alleen hameren op wat er nu slecht gaat en beter moet. In Den Haag zit zo verschrikkelijk veel kennis. Wij zijn er als organisatie niet om te vertellen wat ze niet goed doen, maar wel om ze op het brede plaatje te wijzen.
Hiervoor ontwikkelden we de generatietoets waarmee beleidsmaatregelen worden getoetst op de effecten voor toekomstige generaties. Die fietsen wij in ieder gesprek met politici. Hetzelfde doen we met de Klimaatautoriteit. Een groep onafhankelijke wetenschappers die optreedt als bewaker van het langetermijnklimaatbeleid en gevraagd en ongevraagd advies mag geven aan de politiek. Zie het als het OMT tijdens de pandemie. Op al deze wijzen proberen we bij politici die hard werken voor hun portefeuille mee te geven wat ook belangrijk is. We merken dat onze inspanningen nut hebben. In het laatste regeerakkoord werden zowel de generatietoets als de klimaatautoriteit vermeld.
Met de inzet van een verplichte generatietoets worden nieuwe akkoorden of maatregelen voor het klimaat, zoals het Klimaatakkoord, getoetst op de gevolgen voor op de lange termijn. Via deze weg wil Jonge Klimaatbeweging de regering structureel aanzetten om rekening te houden met jonge en toekomstige generaties bij het maken van klimaatbeleid.
Jullie vertegenwoordigen de stem van de jongeren. Hoe luidt die stem? Welke gevoelens of frustraties komen hierbij kijken?
Er heerst veel onbegrip over het ontbreken van een lange termijnvisie in de politiek. Ook leidt een grote groep jongeren aan klimaatdepressie. Velen voelen angst en frustratie over de energietransitie die niet snel genoeg gaat en hebben het gevoel dat er nauwelijks naar hun geluisterd wordt. Maar realistisch, ik bevind mij wel in een groene bubbel. Ook al hebben alle jongeren baat bij een goed klimaatbeleid, ook in deze groep zijn er uiteraard verschillen tussen de mate waarin zij zich zorgen maken.
Hoe bereiken jullie de jongeren die niet de urgentie voelen voor een sterk klimaatbeleid?
Wij worstelen erg met deze vraag. De groene bubbel wordt steeds groter, maar dit verloopt nog te langzaam. Daarom geloven wij in het creëren van situaties om het gesprek met jongeren aan te gaan. Op evenementen of tijdens Jonge Klimaatbeweging on Tour. Tijdens deze tour geven we onder andere les op mbo-scholen, omdat mbo’ers helaas ondergerepresentateerd zijn in deze klimaatdiscussie. Terwijl zij onmisbaar zijn voor de energietransitie. Er moet een heel systeem veranderen en iedereen die hier onderdeel van is moet kunnen meepraten over hoe we dit systeem aanpassen.      Â
Wat is het grootste verschil in hoe ouderen en jongeren in de wereld en tegenover het klimaat staan?
Oudere generaties zoals mijn ouders groeiden op met het idee dat later alles beter wordt. Generatie Z niet, omdat het niet beter wordt. Het gaat steeds slechter met de wereld. Ik denk dat ouderen moeite hebben om dit wereldbeeld los te laten.
‘Oudere generaties zoals mijn ouders groeiden op met het idee dat later alles beter wordt. Generatie Z niet, omdat het niet beter wordt.’Â
Hoe kunnen oudere en jongere generaties dit verschil overbruggen?
Door met elkaar in gesprek te gaan. Verschillen in duurzaam gedrag komen niet vanuit kwade bedoelingen, maar soms weten mensen gewoon niet hoe ze hun gedrag kunnen veranderen.
Ik kom van het Groningse platteland en in ons gezin werd er elke dag vlees gegeten. Nu mijn broertje en ik studeren nemen wij de zorgen van onze generatie mee naar huis. We praten er over en nu zijn mijn ouders vegetariërs. Krijgt iemand alleen via media uiteenlopende boodschappen mee, dan snap ik dat diegene overweldigd kan raken door tegenstrijdige boodschappen. ‘Koop een elektrische auto’, ‘Stop helemaal met rijden’. Genoeg mensen die er dan voor kiezen om op dezelfde voet verder te leven.
Ook het dialoog tussen ouderen en jongeren over opleidingsniveau is een belangrijke om aan te passen. Ik ben opgegroeid in een wereld waarin mij verteld werd dat ik een zo hoog mogelijke opleiding moest volgen. Onzin, want alle opleidingen zijn op hun eigen manier evenveel waard. Het zit alleen sterk in onze cultuur om theoretisch opgeleid te willen worden. Dit is een statusverschil van het oude systeem dat zich nu tegen ons keert.
Welke stappen heb je zelf op duurzaamheid gemaakt?
Bij Jonge Klimaatbeweging schreef ik mee aan het visiedocument van Jonge Klimaatbeweging. Hier heb ik veel van geleerd, omdat ik mij concentreerde op acties tegen klimaatverandering. Op het gebied van mobiliteit schetste ik de wereld van 2040 waarin ik zelf zou willen wonen en iedereen ook zou gunnen om in te wonen. Voor mij als persoon was dit heel goed. Ik kon namelijk concreet aan de slag met gevoelens en gedachten over een probleem waar ik mij zorgen om maakte.
In de Jonge Klimaatagenda 3.0 lees je hoe jongeren willen dat Nederland er in 2040 uitziet. Hoe werken onze economie en ons energiesysteem, hoe gaan we met de natuur om en hoe wonen, reizen, eten en leren we?
Aan de hand van zeven thema’s bespreekt Jonge Klimaatbeweging hoe we in 2040 duurzaam kunnen leven. Enkele van deze thema’s zijn economie, biodiversiteit & natuur en mobiliteit. Alle zeven thema’s zijn nauw met elkaar verbonden.
Naar de Jonge Klimaatagenda 3.0
Voor de rest eet ik veelal veganistisch, blijf ik warm met een trui en sloffen in plaats van de kachel, ik reis nooit met het vliegtuig, koop zoveel mogelijk lokaal geproduceerd producten en seizoensgebonden voedsel. Maar soms kom ik niet onder minder duurzame keuzes uit. We leven nu in een wereld waarin duurzame keuzes meer moeite kosten. Ik hoop dat energie-arm leven op den duur makkelijk wordt.
‘We leven nu in een wereld waarin duurzame keuzes meer moeite kosten. Ik hoop dat energie-arm leven op den duur makkelijk wordt.’
Wat is jouw boodschap aan de politiek?
Stop met nadenken over herkiesbaar zijn en start met nadenken over waar de wereld in 2030 en 2040 moet zijn. En welke stappen je hiervoor moet nemen. Houd daarbij rekening met toekomstige generaties, want ik maak mij zorgen om mijn toekomst en ik weet niet zeker of jullie dat doen.