Het werkelijke probleem achter klimaatverandering volgens milieusocioloog Darko Lagunas
Als je het milieusocioloog Darko Lagunas vraagt, ligt er nog een veel dieper probleem ten grondslag aan klimaatverandering dan alleen CO2-uitstoot, namelijk de manier waarop we deze aarde bewonen. Ondertussen richten we ons alleen op oplossingen vanuit de technologische en economische hoek. Oplossingen die volgens Darko het echte probleem niet aanpakken. Warmetruiendag sprak hem over hoe we klimaatverandering ook kunnen zien in het licht van een lange traditie van grondstofkolonialisme. Onderwerpen als collectiviteit en vragen over de bestemming van de mensheid werden daarbij niet geschuwd!
Darko’s overgrootvader kwam eind 1800 terecht in de salpetermijnen in Chili. De mijnbouw werd door grote (Engelse en Amerikaanse) bedrijven geëxploiteerd en op een enkeling na, zagen de Chilenen zelf weinig tot niets terug van de winst. In de jaren ‘20 zijn Darko’s voorouders vertrokken naar de kopermijn El Teniente, dit is nog steeds de grootste ondergrondse kopermijn ter wereld. Deze mijn werd gerund door de Braden Copper Company, een Amerikaans bedrijf.
De armoede en ongelijkheid in Chili waren een bodem voor verzet tegen deze grondstoffenpolitiek. Darko’s vader vocht, naast vele anderen, voor meer gelijkwaardigheid en het nationaliseren van de koperindustrie.
‘De strijd die mijn vader heeft geleverd tegen uitbuiting door buitenlandse krachten is voor mij altijd een kompas geweest, en nog.’ Darko trekt in ons gesprek dan ook de lijn door naar de huidige grondstoffenpolitiek; in Chili in het bijzonder en in de energietransitie in het algemeen. Want waar halen we de grondstoffen, zoals koper en lithium vandaan? En belangrijker: hoe?
Je spreekt over kolonialisme in het kader van de energietransitie. Kun je toelichten wat je hiermee bedoelt?
De manier waarop we aan grondstoffen voor de energietransitie komen, verschilt weinig van de manier waarop we aan fossiele brandstof komen. Want: productieketens, arbeid, de schaal en rechten voor mens en natuur organiseren we nog steeds op dezelfde koloniale manier waarop we Europa van oudsher hebben voorzien van hulpbronnen: dan wel met uitbuiting van menselijk arbeid – slavernij – dan wel met ‘gestolen’ grondstoffen wereldwijd.
Twee voorbeelden. Op dit moment, kijkend naar Chili, wordt alle gewonnen koper zo goedkoop mogelijk ingekocht door Europa, de VS en China. Chili ondervindt alle ecologische en sociale gevolgen, en moet de eindproducten zelf weer duur inkopen. Ook is Chili, op Australië na, de grootste producent van lithium, een essentieel onderdeel voor de accu van elektrische auto’s. Alleen heb ik hier nog nooit een elektrische auto zien rijden. Dit soort problemen spelen niet alleen in Chili, maar wereldwijd.
De energietransitie zorgt voor een hernieuwde vorm van kolonialisme waar mens en natuur de dupe van zijn. Voor de productie van windmolens zijn grondstoffen nodig die in andere delen van de wereld vaak niet op vriendelijke wijze gewonnen worden. In Zuid-Afrika komt asbest vrij bij de mangaan mijnbouw en in Chili leidt de winning van lithium en koper tot extreme droogte. In China komen grote hoeveelheden giftig radioactief afval in het grondwater terecht bij de productie van magneetgrondstof neodymium. Alle grondstoffen heeft Europa nodig voor haar energietransitie.
Bovenstaande komt uit een artikel van Darko Lagunas en Luuk van der Sterren op Follow the Money (bron).
En hoe verhoudt zich dit tot het klimaat?
We kijken snel vanuit een technologische of economische bril naar het klimaat. Dus: hoe kunnen we de juiste technologie zo snel mogelijk opschalen zodat het rendabel is voor bedrijven. Maar dat is niet waar het om gaat. Het probleem ligt veel dieper, het gaat om de manier waarop we deze aarde bewonen.
In onze samenleving is alles geprogrammeerd op groei. Kijk naar de invulling van ons leven. Als mens word je geprogrammeerd om welvaart voor jezelf te creëren, om steeds meer te verdienen, een huis te kopen. Individuele groei, geënt op het genereren van ongelijkheid. Tegelijk staat de mens centraal. Ook niet-mensen staan in dienst van de manier waarop we de aarde bewonen. Ik denk dat de discussie over wie we als mens zijn, hoe we op de aarde willen zijn, en wat onze bestemming is, belangrijke vragen zijn om op dit moment te stellen.
Het is juist onze levenswijze die we wereldwijd – en met name in het Westen – moeten problematiseren, maar deze discussie is nog veel te weinig gaande. Ook in de klimaatbeweging.
Wat voor effect heeft het op onze samenleving als we onszelf de vraag stellen wat onze bestemming op deze aarde is?
De echt relevante vragen gaan over wie wij zijn, wat we zijn en waar we heen gaan. Maar die vragen worden nauwelijks gesteld. Met name de westerse samenleving mag zichzelf deze vragen stellen, want het kan echt wel anders. Dat laten klimaatbestendige gemeenschappen overal ter wereld zien. Die leven op een andere manier, zoals inheemse groepen in Chili of de Sami in Zweden. Maar precies deze mensen worden bedreigd door toenemende mijnbouw voor de energietransitie.
Zo vind ik Elon Musk en zijn Space X project – waarmee hij onderzoekt of toekomstige generaties op andere planeten kunnen leven – tekenend. Wat hierin doorschemert is het verlaten van de Aarde, dat we de Aarde al hebben opgegeven. We gaan uit van groei en technologische ontwikkeling, maar met de voorraad grondstoffen op deze Aarde redden we dit niet. Dit is het extreem doorvoeren van niet-de-vraag-stellen wat we hier op deze Aarde doen. We blijven maar zoeken naar technologische oplossingen voor het behouden wat niet langer houdbaar is .
Je schrijft ook over intersectionaliteit. Hoe zou jij dat zelf kort omschrijven?
Jurist Kimberlé Crenshaw riep de term intersectionaliteit in het leven. Dit concept gaat in op alle verschillende vormen van ongelijkheid die er bestaan hoe ze elkaar kunnen oproepen. Het is een bril waardoor je de wereld kunt bekijken en waarmee de uiteenlopende vormen van onderdrukking duidelijk worden. Een bril die verschillende manieren van ongelijkheid laat zien. Deze bril hebben we nodig in de klimaatcrisis omdat het hier ook over kansen(ongelijkheid) gaat. Hoe we nu de energietransitie organiseren (met privaat kapitaal, gesubsidieerd door de overheid), werkt deze ongelijkheid alleen maar verder in de hand.
Eind vorig jaar interviewden we Julia Steinberger, een van de schrijfsters van het IPCC rapport. Zij zegt: 70-80% energiebesparing is nodig en wereldwijd haalbaar: hoe zie jij dat?
Het is complex, omdat veel landen vanuit de koloniale tijd nooit de ontwikkeling hebben kunnen doormaken die er in het Westen wel is geweest. Dus in heel veel landen is er de urgentie om zich economisch te ontwikkelen zoals in Europa is gebeurd. Het is onrechtvaardig om vanuit het Westen dan te zeggen: jullie mogen je niet op deze manier ontwikkelen, want ‘we’ hebben geen tijd meer. Dus mijn pleidooi: houd wel rekening met de historische context.
Meer over 80% energiebesparing lees je in ons interview met Julia Steinberger
Pleit je hier dan bijvoorbeeld voor fairtrade zonnepanelen en fairtrade grondstoffen?
Dat is denk ik een onderdeel van de oplossing, en een hefboom voor verandering zijn. Alleen focussen op CO2-uitstoot of zelfs biodiversiteit is niet genoeg. Maar ook fairtrade kent vele beperkingen: zelfs een Fairphone bestaat nog steeds voor een groot deel uit grondstoffen die niet ‘fair’ gesourced zijn. We moeten tot de diepere problemen komen en onze grondstoffen productieketens en consumptie rechtvaardig maken. Denk aan het eerlijk verdelen van onze energie en het toekennen van het recht aan lokale gemeenschappen om goed geïnformeerd nee te mogen zeggen tegen mijnbouw.
Meer dan de helft van de mijnbouw voor de energietransitie bevindt zich op of nabij het land van inheemse groepen. Dit soort toe-eigening van land gebeurt op een schrijnende manier. Mensen worden van hun land gestuurd, of er worden valse beloftes gedaan over een beter leven.
Zodra we de wereld op deze manier rechtvaardiger indelen, waarbij ook een gelijkwaardige verdeling komt voor energie, grondstoffen en rechten, hebben we een hefboom te pakken die aanzet tot een grotere energiebesparing. Want kobalt zonder kinderarbeid betekent op dit moment géén kobalt. Koper zonder het opslurpen van hele riviersystemen betekent op dit moment géén Chileens koper. Dat is pas verandering.
In hoeverre is collectieve actie, zoals we met Warmetruiendag doen, belangrijk voor de klimaatcrisis?
Als collectief denken en het samen doen is in deze tijd ontzettend belangrijk. En iets simpels als een warme trui in plaats van overbodig stoken is ook een belangrijke kritiek. Daarnaast vind ik de activistische beweging Extinction Rebellion op dit moment erg inspirerend. Ze richten zich inmiddels naast het klimaat ook steeds meer op dekolonisatie en de grondstoffenproblematiek.
Hoe kom jij zelf tot duurzame keuzes als de problematiek zo diep gaat dat zelfs ogenschijnlijk duurzame producten niet voor iedereen rechtvaardig zijn?
Ik vind het belangrijk om niet in overvloed te leven. Tegelijkertijd ben ik in een systeem geboren waarvan ik afhankelijk ben. Mij hier volledig van onttrekken is niet mogelijk. Ik zou bijvoorbeeld kunnen beslissen om geen laptop te kopen, omdat dit onderdeel is van het probleem. Maar dan kan ik mijn werk niet doen. Ik hoop dat door soms te ‘investeren’ in iets schadelijks zoals een laptop, ik deze schade compenseer door wat ik daar tegenoverstel. Namelijk, werken tegen een systeem van uitbuiting en meebouwen aan andere manieren waarop we de aarde kunnen bewonen.
Meer over dit onderwerp
- Essay ‘Onze energietransitie is koloniaal!’- Over hoe kolonisatie zich voortzet door onze energietransitie https://www.oneworld.nl/lezen/essay/onze-energietransitie-is-koloniaal/
- De weg naar groene energie is een smerige zaak – over de windindustrie en de problemen die dit oplevert voor mens en natuur. Te lezen op Follow the Money.