“Dit is mijn lievelingstrui. Het is een van de truien uit mijn eigen kledinglijn. Hij is gemaakt van gekookte wol, waardoor hij heel, heel dicht wordt en er geen wind doorheen komt. Ik draag hem denk ik drie keer per week”, zegt Jort Kelder als we hem spreken in het kader van Warmetruiendag.
“Ik word steeds kouwelijker, naarmate ik ouder word. Ik vind twintig graden in huis prettig. Mijn allerfijnste warmtebron in huis zijn mijn katten, ik heb twee Britse korthaars. Zij vormen een grote warme bol wol. Maar een open haard vind ik ook fantastisch.”
Een mens verzamelt een hoop in zijn leven en ik gooi niets weg
“Ik heb twintig, mischien wel dertig truien inmiddels, want een mens verzamelt een hoop in zijn leven en ik gooi niets weg. Wat ik belangrijk vind aan een trui, is dat hij niet in de mode is. Mode leidt tot een enorme overconsumptie. De helft van alle goedkope online bestellingen gaat standaard retour naar de fabrikant en omdat mode zo snel verloopt, belandt het daar direct in de afvalbak. Mode is een enorm afvalprobleem.”
Ik ben voor economisch realisme: de vervuiler betaalt
We hebben nu nog een cultuur van kopen, onze hele economie is nu ingericht op groei: meer, meer, meer! Die bergen afval en vervuiling die wij met zijn allen veroorzaken vervullen mij van schuldgevoel en lichte woede. En het is zo onnodig. Ik ben van de markteconomie, maar zeker niet van zinloos spullen kopen. Daar wordt niemand gelukkig van. We moeten leren om minder en beter te consumeren.”
“Als ik het voor het zeggen had, zou ik daarom de btw op alle producten verhogen zoals in Scandinavië. Spullen moeten duurder worden. We moeten naar bewuster leven toe. We zijn straks zijn met tien miljard mensen. Dat kan gewoon niet.”
Energie besparen?
Ik zet zelf best veel apparaten uit. Boven staat de cv altijd uit. Ik rijd in een elektrische auto. Ik heb veel auto’s maar het is een collectie, ik rijd het meest in mijn Smartje”.
Foto: Rosa van Ederen